Wat verandert er in het nieuwe pensioenstelsel voor mij?

Je hebt er vast over gelezen; het nieuwe pensioenstelsel. Om jou inzicht te geven in wat dat precies betekent voor jouw situatie hebben we met onze pensioenexpert André Meijvis dit artikel geschreven. Hieronder geven we een overzicht van de belangrijkste afspraken in de nieuwe pensioenwet die op 1 juli 2023 wordt ingevoerd en hoe deze van invloed kunnen zijn op jouw persoonlijke situatie. Wil je weten hoe het ervoor staat met jouw pensioen? Neem dan contact op met André.

Waarom een nieuwe pensioenwet?

Het huidige pensioenstelsel sluit niet meer goed aan bij de flexibele arbeidsmarkt en de vergrijzende samenleving. Het systeem belooft zekerheid die steeds moeilijker waar te maken is. Ondanks goede beleggingsrendementen, mede als gevolg van de gedaalde rente in de afgelopen jaren hebben pensioenfondsen de afgelopen jaren de pensioenen nauwelijks kunnen indexeren en soms zelfs moeten korten. De gedaalde rente deed de fondsen in veel gevallen de das om.

Het huidige stelsel legt sterk de nadruk op zekerheid, waarbij pensioenfondsen grote buffers moeten aanhouden, dit komt vooral door de vergrijzing en het groeiend aantal gepensioneerden. Het waarborgen van die zekerheid brengt aanzienlijke kosten met zich mee, aangezien veilige, maar minder renderende beleggingen nodig zijn voor het opbouwen van deze buffers.

Het nieuwe pensioenstelsel sluit beter aan bij de behoeften en uitdagingen van ons als individuen en de pensioenfondsen die hun beloften waar moeten maken.

Een individueel pensioen in het nieuwe pensioenstelsel

Nu bouwt iedere werknemer, jong of oud, in een pensioenfonds hetzelfde pensioen op. De werkgever betaalt een gemiddelde premie ongeacht de leeftijd voor die pensioenregeling. Dit heet de doorsneepremie. De werkelijke premie voor jongeren is eigenlijk veel lager, maar voor ouderen juist veel hoger. Hierdoor betalen de jongeren voor het pensioen voor ouderen. Dit systeem verdwijnt. Een werkgever betaalt voor iedereen nog steeds dezelfde premie, maar daardoor bouwen jongeren naar verwachting een hoger pensioen op in die jaren, en ouderen een lager pensioen. Er worden afspraken gemaakt om een eventueel pensioentekort aan te vullen de komende jaren. Dit kan betekenen dat jouw pensioenopbouw anders verloopt dan voorheen.  

Wat gebeurt er met mijn opgebouwde pensioen?

Het ligt eraan of je pensioen opbouwt bij een pensioenfonds of verzekeraar of premiepensioeninstelling.

  1. Bij Pensioenfondsen

Pensioenfondsen moeten namelijk voor 1 januari 2028 alles omzetten naar het nieuwe systeem als cao-partijen dit gezamenlijk beslissen, dat heet invaren. Bij het overzetten wordt de waarde van jouw opgebouwde pensioen in het nieuwe systeem berekend. Deze waarde en de premie die daarna jaarlijks voor jou wordt betaald leidt uiteindelijk, afhankelijk van het rendement van het fonds tot jouw pensioen. Hoe ouder je bent, hoe groter de bescherming tegen een daling van je pensioen. Hoe jonger, hoe langer de horizon naar je pensioen en hoe meer rendement je kunt krijgen.

  1. Bij Pensioenregeling bij een verzekeraar of premiepensioeninstelling

Er zijn ongeveer één miljoen Nederlanders die bij een verzekeraar of premiepensioeninstelling pensioen opbouwen.  Deze pensioenen blijven staan, en worden niet ingevaren. Wel zal jouw werkgever, in overleg met de ondernemingsraad of de personeelsvertegenwoordiging de pensioenregeling moeten aanpassen, uiterlijk op 1 januari 2028 is nu de verwachting. Uiteindelijk moet je daar dan zelf ook nog mee instemmen.

Het kan zijn dat in de nieuwe pensioenregeling je een keuze krijgt of je het pensioen dat je gaat ontvangen wel of niet wil beleggen. Doe je dat niet, dan krijg je een gegarandeerde uitkering. Doe je dat wel, dan heet dat een variabele uitkering. Die kan hoger zijn, omdat je blijft beleggen, maar er is ook een kans dat die uitkering gaat variëren met de economie. Die keuze maak je zelf uiterlijk op je pensioendatum.

Heb jij nú een rechtstreeks verzekerd pensioen in de vorm van een vaste gegarandeerde uitkering dan blijft het pensioen dat je hebt opgebouwd tot het moment waarop de regeling wordt aangepast, behouden. Wel zal de regeling, uiterlijk 1 januari 2028, moeten zijn omgezet door jouw werkgever naar de nieuwe regeling.

De AOW-leeftijd stijgt minder snel

De pensioenleeftijd is in 2023 bevroren op 66 jaar en 10 maanden. Daarna stijgt deze  naar 67 jaar in 2024. Dit betekent dat je mogelijk later dan verwacht in aanmerking komt voor je AOW-uitkering. Het nieuwe systeem koppelt de AOW-leeftijd aan de levensverwachting, een andere leeftijdsverwachting betekent dus ook een andere pensioenleeftijd. Wil je weten wanneer jij AOW krijgt. Doe de check bij het SVB.

Welk risicoprofiel kies jij voor je pensioen?

Een nieuwe pensioenregeling met een gelijke premie voor iedereen heeft invloed op jouw pensioen. Het uiteindelijke pensioen is afhankelijk van de hoogte van de ingelegde premies, het rendement, de ontwikkeling van de levensverwachting en de rente op de pensioendatum.

Kiest jouw werkgever of kiezen de CAO-partners voor een Flexibele pensioenregeling dan kan je in het nieuwe pensioenstelsel zelf kiezen hoe het pensioenfonds, verzekeraar of premiepensioeninstelling de premie voor jou moet beleggen. Dat doe je door een beleggingsprofiel (lifecycle) te kiezen. Deze pensioenuitvoerders zijn vanaf 1 juli 2023 verplicht om je hierin veel meer te begeleiden.

Welke keuzes heb ik op pensioendatum?

Je krijgt een groot aantal keuzes voorgelegd op het moment dat je met pensioen gaat. Hieronder staan vijf keuzes die je veelal kan maken.

  1. Eerst meer pensioen, daarna minder of juist andersom
  1. Variabele uitkering, dus beleggen na pensionering of toch een vaste uitkering
  1. Eenmalig bedrag opnemen tot wel 10% van het totale pensioen
  1. Een deel van het partnerpensioen omzetten in een hoger of eerder ingaand ouderdomspensioen, of andersom
  1. Eerder met pensioen gaan

Omdat je waarschijnlijk meer dan één pensioenpotje hebt, is het verstandig om jouw situatie samen met jouw adviseur in kaart te brengen. Zo optimaliseer je namelijk jouw pensioenuitkeringen. Hoe ga jij het gat tussen je AOW en eerste pensioenuitkering overbruggen? Weet je hoeveel pensioen je eigenlijk gaat krijgen?  

Het nabestaandenpensioen

Met het nabestaandenpensioen zorg je voor jouw nabestaanden. De wet maakt onderscheid tussen twee periodes. De eerste periode is de periode tot aan je pensioen. In de nieuwe wet is het nabestaandenpensioen maximaal 50% van je loon. Hoe hoog exact stelt je werkgever of de cao-partijen vast. Stelt je werkgever dat zelf vast, dan moet hij je daarvoor instemming vragen als dit afwijkt van je huidige nabestaandenpensioen. Het kan immers minder of juist meer zijn dan nu.

Je hebt recht op nabestaandenpensioen zolang je in dienst bent en zodra je bent gepensioneerd. Stop je met werken bij jouw werkgever? Let er dan op dat je een losse verzekering afsluit om dit risico af te dekken. De tweede periode is de periode vanaf je pensioen.  

In het nieuwe pensioenstelsel is de hoogte afhankelijk van het opgebouwde pensioenbedrag en de keuzes die jij maakt op pensioendatum.  

Wil je weten hoe het ervoor staat met jouw pensioen? Neem dan nu contact op met André Meijvis voor persoonlijk advies. Bereid je voor op een solide pensioen toekomst!

HYPOTHEEK-CHECK?
Vul je gegevens in